Wildkamperen in de ambiance van drie Romeinse passen

Een vergeten massief bij Bivio in het Zwitserse Graubünden

Op deze 8-daagse wildkampeertocht springen een aantal bijzondere zaken in het oog: we blijven boven de 1.900 meter, slapen vier nachten bij meren boven de 2300 meter en we komen niet één keer een berghut tegen. Als je meegaat beleef je maximaal een gevoel van ‘alleen in de bergen’ te zijn. Dat spaarzame gevoel dat je je vereerd voelt daar te mogen zijn en kan genieten van alle stilte en pracht van de bergen.

We starten op de Julier pas (2284 mt) en lopen in een grote boog naar het Noord Westen. Daarbij hebben we uitzicht op de meren van het Unter Engadin, de Piz Bernina (4049 mt)en lopen we over een bijzondere waterscheiding: valt er een regendruppel op de Pass Lunghin dan kan deze naar de Middellandse zee, de Noordzee of naar de Zwarte zee vloeien. Uniek in de Alpen. Ook bijzonder is dat we de Septimer passoversteken. In de Romeinse tijd wars dit samen met de Pass Lunghin en de Julier Pas één van de belangrijkste noord-zuid verbindingen in de Alpen.

Het beginpunt en de route staat vast, maar het eindpunt wordt bepaald door de omstandigheden, net als de plekken waar we de nacht door zullen brengen. Dit is een reis voor de bergwandelaar met een avontuurlijke geest!

Programma

zaterdag | Heenreis en kennismaking

Chur is vanuit Utrecht in ongeveer 10 uur met de auto te bereiken. Kom je met de trein dan mag je 10 uur heerlijk ontspannen.

Overnachting in Chur

zondag | Slapen bij het eerste bergmeer

Grevasalvas-See-beim-Julierpass In een relaxed vakantietempo gaan we de spullen verdelen die mee gaan. Zoals de tenten, kookgerei en het eten. Ook kijken we kritisch naar wat echt wel en echt niet mee hoeft. Rond het middaguur komen we aan op de Julier pas. Als je met de auto komt, kun je deze bij de start van de tocht parkeren. We doen we de rugzak op en gaan we het eerste kleine stukje van onze trektocht lopen naar het Leg Grevasalvas. Een meer in een fraaie berg coulisse op 2390 meter. Hier maken we kennis met de tenten en het overige materiaal. Hier genieten we van de oase aan rust en maken we ook nog een struintocht zonder rugzak.

Wandelen: 1 ½ uur, 175 meter stijgen + struintocht vanuit het kamp.

maandag | Over twee bijzondere passen

We starten met een klim naar de Fuorcla Grevasalvas (2687 mt). Vanaf hier kijken we richting het zuiden naar Bergell en meer oostelijk naar de Piz Bernina. We dalen af naar almen met koeien en stijgen dan naar de tweede pas van vandaag: Pass Lunghin (2644 mt). Hier vinden we het bordje dat de drieweg waterscheiding aangeeft. We kijken uit over een breed en groen dal. Dit in contrast met de overwegend grijze wereld van stenen, puin en rots van het eerste deel van de dag. Niet veel later staan we op de Septimerpass (2310 mt). Ruim 900 jaar geleden is hier een hospitium (gastenverblijf) gebouwd voor reizigers die onderdak zochten. Door de eeuwen heen is deze pas in onbruik geraakt. Mede veroorzaakt door roofbouw op het landschap die voor steenlawines zorgde. Ook in de winter kwamen er steeds meer lawines omlaag. Vanaf de pas klimmen we nog een klein stuk tot onze kampeer plek bij het Leg da Sett (2382 mt).

Wandelen 6 uur, 700 meter stijgen, 700 meter dalen.

dinsdag | Een lange traverse en een top

Een klim door het dal van Curegia brengt ons naar Forcellina (2671 mt). Vanaf hier kijken we het dal van Juf in. Dit permanent bewoonde dorp ligt op ruim 2000 meter. Wat hoog is voor een permanent bewoond dorp. Met weinig hoogte verschil traverseren we noordelijk naar de Fuorcla da la Valetta (2585 mt). De klim die nu volgt is meer een route dan een pad. In dit steile terrein is concentratie belangrijk. Als we op de Uf da Flue (2775 mt) staan hebben we uitzicht rondom. Graubünden op zijn ruigst en leegst. De afdaling naar de Stallerberg pas (2579 mt) gaat geleidelijker. Hier slaan we rechts af om af te dalen naar een zeer fraaie en stille plek op de Plang Tguils (2400 mt).

Wandelen 5-6 uur, 650 meter stijgen en dalen.

woensdag | Over het ‘dak’ van de tocht

Al snel bereiken we de Flueseen, een groep mooi gelegen meertjes op ruim 2600 meter. Een verdere klim voert ons naar het ‘dak’ van de tocht: Faller Furga, 2837 meter. We kijken nog een keer terug op het traject van gisteren en werpen dan onze blik naar het noorden waar het Val Bercla de diepte in gaat. Na een lange afdaling waarbij we onderlangs de hoogste berg van dit gebied lopen, de Piz Platta (3392 mt) komen we in de ‘kelder’ van de tocht: Tga (1923 mt). Als deze almhut open is kunnen we hier wat eten en drinken. Dit is de enige plek op de tocht waar dit kan! We richten het kompas nu westwaarts en lopen het Val Gronda in. Aan het eind van het dal zoeken we een goede plek om de tenten op te zetten.

Wandelen 6-7 uur, 1000 meter stijgen, 900 meter dalen.

donderdag | Volop in het hooggebergte

De zon is vroeg bij ons tenten kamp. Deze warmte voelt welkom op een ochtend op deze hoogte. Na het ontbijt doen we de rugzak op voor een laatste volle dag door het hooggebergte. Al snel steken we de vlakke Fuorcla Curtegns (2657 mt) over. Direct daarna dalen we af naar een volgende pas: de Fuorcla Starlera (2516 mt). Nu gaan we een graatwandeling doen die ons naar een naamloze top (2752 mt) en pas (2638 mt) leidt. Heel geleidelijk dalen we af het Val Schomera in. Lang lopen we op grote hoogte tot we aangekomen zijn bij het Schmorras meertje. Hier installeren we ons voor de laatste nacht. Bij gunstige omstandigheden en voldoende energie kan er in de middag een wandeling op en neer naar de Pass de Schmorras (2564 mt) worden gemaakt.

Wandelen 4-5 uur, 400 meter stijgen, 600 meter dalen.

vrijdag | Weer de bewoonde wereld in

We genieten nog even maximaal van de laatste ochtend bij de tent, maar dan zetten we toch echt de laatste afdeling in. Door het Val Schmorras lopen we langzaam de bewoonde wereld weer in. We passeren kleine boerderijen en komen door dorpjes. Vanuit Savognin nemen we de bus terug naar de Julierpas waar het avontuur zes dagen geleden begon. ‘s Avonds sluiten we de reis in Chur af, toch wel weer lekker zo’n douche en een echt bed.

Wandelen 3-4 uur, dalen 1100 meter.
Overnachting in Chur

zaterdag | Herinneringen rijker

Alsof je opnieuw de wereld instapt met een rugzak vol schitterende herinneringen aan de bergen. Mijmerend reis je terug  naar huis en langzaam komt het besef van tijd en plaats weer terug.

Transport tijdens de reis

Om bij de start te komen reizen we vanuit Chur richting het startpunt op de pas. Dat doen we met de bus, tenzij er genoeg auto’s zijn, dan rijden we met de auto naar boven. Na de laatste wandeling gaan we met de bus terug naar Chur, tenzij er auto’s op de pas staan, dan halen die eerst op.

Heen & terugreis

Met de auto
Wij stimuleren carpoolen.

Met openbaar vervoer
Chur is vanuit Nederland uitstekend met de trein te bereiken, het heeft meerdere treinstations; de eerste accommodatie ligt op loopafstand, maar je kunt ook met de lokale bus.